We zoeken het hoger op

11 maart 2016 - Franz Josefgletsjer, Nieuw-Zeeland

Donderdag 10 maart zijn we zoals aangekondigd in Arrowtown aangekomen na een nachtje heerlijk slapen bij Lake Hayes. Arrowtown staat helemaal in het teken van de goudkoorsts die hier ooit woedde. Doordat het vanochtend regende waren er waarschijnlijk wat minder goudzoekers in de weer in dit leuke dorpje, iets dat wellicht onze kansen om binnen te lopen zou vergroten. Allerlei kleine goudzoekershuisjes daterende uit midden 19e eeuw waren te vinden aan onder andere de de “ Historic Avenue”. Hoe origineel wil je de straatnamen hebben? De oorspronkelijke PC-Hoofdstraat van Arrowtown was er ook eentje voor op een anzichtkaart. Wel was het erg jammer dat men juist dit soort weggetjes dan weer wél toegankelijk heeft gemaakt voor auto’s, notabene met aan beide zijden van de weg parkeerstroken. Het resultaat op een anzichtkaart moge duidelijk zijn;  een dikke Toyota pickup of een rijtje gifgroene Jucy-campers voor een paar authentieke geveltjes van wat ooit de PC-Hoofdstraat van Arrowtown was. Gemiste kans Nieuw- Zeelanders. Beetje jammer.

Toen we Arrowtown hadden gezien voor zover je dat doet als het kei hard regent besloten we maar alvast een “stuk” door te rijden richting het dorpje Frans Jozef, u weet wel, van de gelijknamige Frans Jozef glacier. Dat dit stukje uiteindelijk nog ruim ruim 300km zou worden hadden we al een beetje zien aankomen. Toen we vlakbij Arrowtown de Crown Range Road  opreden gaf onze TomTom aan de we nog een spannende rit voor de boeg hadden. Bij het volgende plaatsje van enige betekenis Wanaka, dat we in onze oorspronkelijke planning hadden ingeruild voor een omweggetje door het zuiden leek de route plotseling heel saai te worden. Blijf 276 km op deze weg en u bent op uw bestemming. Hoe simpel kan het zijn?

Wat daar niet bij vermeld stond is wat voor een geweldige (Awesome!) weg Highway 6 is. Enkele foto-momentjes op deze route: Lake Hawea, Lake Wanaka, Fantail Falls, Thundercreek Falls, Haast gates, geweldige waterval nr. 40 t/m 52, super waterval 53 t/m 60 etc.  Wat een feest om hier te rijden. Jammer dat we niet per bocht betaald kregen.

Rond 17.30 hadden we dan eindelijk ons eindpunt van vandaag in zicht. Dit bleek echter nog niet voor iedereen te gelden toen we op een toch wel overzichtelijk punt een camper net náást een parkeerhaven zagen staan. Aanvankelijk reden we de 2 pechvogels voorbij maar al snel besloten we toch even om te draaien om te zien of we iets konden betekenen. Toen we op de plek des onheils aankwamen zagen we inderdaad een mooie, op de meeste plaatsen blinkende luxe camper in het hoge gras staan. Met de voorpootjes lekker in de blubber, mooi man!

De aardige helft van het twee-tal gaf aan na een plotselinge aktie van een andere weggebruiker geen andere keuze meer te hebben gehad dan in een split-second zijn camper de berm in de crossen. Dit om erger te voorkomen. Hij vroeg ons of wij wél bereik hadden met onze telefoons zodat hij iemand kon bellen die ‘m kwam helpen. (al zouden wij niet weten wie…) Natuurlijk hadden wij hier in de middle-of-nowhere geen bereik met onze 3 telefoons en was Lindy zo slim om een prima smoes te verzinnen toen de vraag kwam of we dan even 18km terug zouden willen rijden om vanuit een dorpje iemand te bellen.

Vanzelfsprekend gingen we toen snel aan de slag om de royale camper uit zijn benarde positie te bevrijden. Hij zat met z’n karterbescherming nét niet op de grond. Wel hadden beide voorwielen totaal geen grip waardoor het gat waarin ze stonden bij elke aktie dieper werd. Na een tijdje stopje nog een andere camper met daarin een type superboer, en een klein chineesje. Gelukkig hadden deze in tegenstelling tot de sippe helft van onze bermracers (lees;  Zuurpruim die geen poot uitstak en stilzwijgend achter het stuur van haar vastzittende camper bleef zitten) wel 2 rechter handen en werd er een tijdje aardig aangepakt. Reflectorplaaltjes uit de grond trekken die als schep kunnen dienen, keien uit de greppel, gras weg, grind onder de wielen. Een plan van de superboer om een trekpoging te doen met behulp van 2 “sleepkabels” (lange schoenriemen?) hebben we maar even niet laten laten doorgaan.

Na en uiteindelijke chauffeurswissel naar iemand die wél wist waar het gaspedaal zat en nog 4 extra toegesnelde duwende handjes was de camper uiteindelijk weer vrij. Of ze het grapje over de het mooie uitzicht vanaf hun plaatsje hebben kunnen waarderen weten we niet zeker.  Ook maakten we nog even de opmerking dat we het een beetje vreemd vonden dat een camper gehuurd bij Wilderness Campers deze situatie niet aan kon. Het missen van sleepkabels in 3 kampers die daar stonden viel wel op... en dat in een land waarbij het niet heel moeilijk is een keertje te stranden.

Infin,… ze leefden nog lang en gelukkig (al keken ze niet zo)…. Iedereen kon z’n weg weer vervolgen. En wij hadden weer wat erbij voor in de wasmand.

Na enkele kilometers bereikten we het dorpje Frans Jozef waar het nog behoorlijk druk bleek. Bij gebrek aan gratis campingswerd het een nachte betaald pitten. Met keuken, elektriciteit en douches! Dat dan weer wel.

11 maart was het erg goed weer en wilden we persé per helikopter naar de Frans Jozef gletscher. We waren al vroeg uit de veren en hadden het geluk dat er mensen hadden afgezegd voor een vlucht rond 10.00. Bij het afrekenen bleek dat de limiet op onze creditcard het niet toeliet de betaling te doen. Jammer maar helaas. Dit was volgens het boekingskantoor de enige vrije plaats voor vandaag en morgen.

Na het nodige gevloek en goede hulp uit Reuverse hoek hebben we uiteindelijk toegang gekregen tot meer geld en keken we even op internet wanneer er ruimte voor een vlucht zou zijn. Tot onze verbazing bleek dit enkele uurtjes later om 12.15 te zijn. Direkt werd er met het kantoor gebeld en moesten wij hun uitleggen dat er toch echt ruimte zou moeten zijn om 12.15. Gelukkig bleek dit het geval en konden we dan inderdaad de berg op.

Na het uitdelen van broeken, ontzettende dikke schoenen, stijgijzers en de nodige uitleg  gingen we in 2 helokopterladingen, met in totaal 8 personen naar de gletscher. We hadden beiden nog nooit met een helikopter gevlogen maar wat is dat tof. Een hele gave ervaring. Eenmaal op het ijs werden we zo’n 2.5 uur rondgeleid door een berggids met een goed verhaal, en ook hele goede humor.  Natuurlijk wist hij wel heel serieus te blijven wanneer er iemand 2 stappen te veel in de verkeerde richting deed. En terecht, een kleine misstap kan daar ernstige gevolgen hebben.

Wanneer je op een dergelijke ijskap staat besef je pas echt hoe groot die dingen zijn. Ijsspleten van meters hoog, rotsblokken waar je u tegen zegt. Helikoptors en groepjes mensen die niet eens opvallen als je niet weet dat ze er zijn. Niet normaal.  Veel informatie over de gletscher en het geprognotiseerde groter worden ervan rijker keerden we na wederom een gave helikoptervlucht weer terug in het dal. Voor iedereen die ooit van plan is naar NZ te reizen; dit is absoluut een must-do!

Bij het arrangement dat we hadden geboekt zat ook een bezoekje aan de Glacier Hot-pools. Dit betekent natuurlijk niet een stel hete Polen, maar wel een paar hete baden.  36 graden, 38 graden en 40 graden,… de keuze was reuze. Na zo’n 1.5 uur weken in soms veel de warm water hielden we het hier voor gezien en zijn we bij het restautant/bar op de camping wat gaan eten. Hier bleek tot 21.00 happy hour te zijn waardoor het heel druk was van de backpackers en ander grappig volk. Omdat wij zaten te eten tussen allerlei groepjes drinkende en lachende backpackters vond de aardige serveerster het nodig ons nog van een extra cocktail en 0.5 liter bier te voorzien. Gratis en voor niets. Ook dat doen ze goed, die Nieuw-Zeelands. Het blijft prima volk.

Laat op de avond nog even onze camper-uit-de-blubber-trek-was gedaan. De nu volgende dagen zouden we waarschijnlijk niet op betaalde campings staan waar mogelijkheden tot wassen zijn.

1 Reactie

  1. Valéry:
    16 maart 2016
    Jaaaaaaa die helicoptervlucht....echt legendarisch he! Leuk jullie verhalen en blijven genieten daar! x