Naar de I…..kea

14 maart 2016 - Kaikoura, Nieuw-Zeeland

Over zaterdag 12 maart kunnen we redelijk kort zijn. Het heeft zo’n beetje de hele dag geregend en we hebben maximaal kilometers gemaakt. Een poging om de Athur’s Pass vanuit de Westkust op te rijden hebben we zelfs niet ondernomen. Je zag in de dalen al niets, laat staan hoger in de bergen.

Bij Punakaiki, waar Pancake Rocks en Blowholes op ons wachtten zijn we gestrand op een Free Camp Parking van DOC. Later op de avond kwamen ons nog enkele campertjes vergezellen.

Dan zondag 13 maart. Hierover kunnen we wat meer vertellen. Geen regen, in tegendeel. Erg goed weer zelfs. Na een paar minuutjes rijden kwamen we aan bij de Pancake Rocks van Punakaiki. Een heel vreemd verschijnsel waarvan zelfs de plaatselijke geleerden nog niet zeker weten hoe deze Pannenkoekrotsen zijn ontstaan. Het zit er echt uit alsof met honderden stenen pannenkoeken op elkaar heeft gestapeld die samen enorme rotsen vormen. Erg apart.

Verborgen tussen alle pannenkoeken liggen zogenaamde blowholes. Dit zijn een soortement grotten waaruit onder invloed van de kracht van de golven met grote kracht water meters hoog omhoog spuit. Dit alles mits het vloed is……. Later wij er nou zijn geweest toen het Eb was. Gemiste kans,….van die info had niemand ons voorzien en er was ook niets van terug te vinden in boekjes of foldertjes die we hadden. Pech gehad. (en een tip voor de mensen die nog van plan zijn naar Nieuw-Zeeland te gaan)

Dus,..na de pannenkoeken ging het gezellig door naar de I…Kea. Omdat het zo’n mooi weer was zijn we vandaag toch maar naar Arthur’s Pass gereden. Dat deze pas vanaf het Westen het mooiste is klopte inderdaad. Ook de mevrouw van de I-Site zei dat de oostzijde veel saaier zou zijn.  Het was vanaf de kust zo’n 80km tot in het dorpje Arthur’s Pass. Onderweg kwamen we aardige staaltjes wegenbouw tegen en tevens een van de steeds zeldzamer wordende vogelsoorten van Nieuw-Zeeland. De Kea. Op een parkeerplaats langs de weg zagen we opeens een uit de kluiten gewassen groene parkiet zitten, Zeg maar een dwergpartiet,… maar dan x10. Erg gaaf om te zien. Gelukkig voor ons bleef hij nog een hele tijd in de buurt en konden we hele mooie plaatjes van ‘m schieten. Volgens de kenners zijn deze vogels erg intelligent. Dit merkten we toen hij wat stuikjes in dook en zich hier een tijdje goed schuil hield. Wat we ook deden. Mr. Kea was telkens aan de kant waar wij niet waren.

Na dit mooie potje verstoppertje bij de I-Kea kwamen we al snel aan in Arthurs Pass. Een dorpje van niets. (wel een stopplaats van de Trans Alpine Railway die veel te duur is)  Wel leuk aan dit dorpje zijn allemaal kleine huisjes die stammen uit 1902 toen er een tunnel werd aangelegd en deze huisjes bewoond werden door tunnelbouwers. Erg klein, maar vele staan er nog steeds. Meer dan wat hout en een paar stalen golfplaten is het niet. Het dorpjes was leuk om te zien, maar de weg om er te komen er echt super.

Na Arthur vaarwel te hebben gezegd zijn er via een pas die iets noordelijke ligt begonnen aan de oversteek naar de Oost-kust. Onderweg zijn we vele dorpjes gepasseerd. Misschien is dorpjes wel iets te veel van het goede.  Soms maar maximaal tien huisjes/krotten/golfplatenhokjes met een plaatsnaambordje er bij. Sommige zo klein dat je er met 100km/h doorheen mag razen. Wat we ons serieus afvragen is hoe de mensen hier hun geld verdienen. Wanneer je hier geen koeien of schapen hebt zul je toch iets anders moeten doen om brood op de plank te krijgen. Leegstaande, vervallen huisjes waarvan wij foto’s maakten waren na nog een keer kijken toch echt nog bewoond. Er zaten soms gewoon mensen achter de (veelal erg smerige) gordijnen.  Veel hotels uit blijkbaar ooit betere tijden, vervallen en dicht. Winkels, dicht. Een kerkje gecombineerd met het gemeenschapshuis voor max. 30 personen, soms open. Een rugby-veldje, dat meestal wel, als stond het gras soms een halve meter hoog. We hebben op dat moment geen kans gezien om iemand te vragen hoe de meesten daar, ver weg van de echte bewoonde wereld en bedrijvigheid, de eindjes aan elkaar knopen. Daar gaan we echter nog wel achter komen vóór het einde van de reis.

De dag eindigde met zo’n 360km op de teller bij een DOC camping (wederom voor nop) met de naam Marble Hill. Dit was tevens ook onze eerste bewuste ervaring met de gevreesde Sandfly. Wat een smerig, irritante, kleine, rotvliegjes. Ze steken zelfs door je broek heen en veroorzaken een soort muggenbulten, maar dan in een versie die veel meer jeukt.  Gelukkig zitten deze vliegjes met name in het westen dat de nu bijna hebben gehad.

Vlak vóór het verlaten van de camping kwamen we er achter dat we precies op de breuklijn van 2 aardplaten hadden overnacht. Enkele meters verderop stond we betonnen muutje van zo’n 25m lang waaraan men zou moeten kunnen zien hoe de platen te opzichte van elkaar  bewegen. Gelukkig voor ons bleek het muurtje al jaren overeind te staan. De laatste echte serieuze aardbeving was ergens in de 17e eeuw geweest.

Maandag 14 maart stond in het teken van de laatste etappe naar de oostkust. Met Kaikura als eindbestemming reden we over een van de prachtige wegen van de Alpine Pacific Triangle. Doordat we de overtseek van west- naar oostkust in een redelijk korte tijd hadden gedaan was goed te zien wat een enorm verschil in landschap en begroeiing er bestond tussen deze 2 kuststroken. Waar het aan de westkust ontzettend groen was (door de ongewoon grote hoeveelheden regen) is het aan de oostkust een stuk droger en warmer.

Halverwege de rit brachten we een bezoekje aan het populaire Hanmer Springs. Dit  plaatsje staat bekend om zijn natuurlijke thermale baden. Deze zullen dan wel heel goed zijn, voor de rest is er niet zo veel te doen. We hebben hier wat rondgeslenterd en een wandeling gemaakt.  Wat ze in Hanmer Springs wél hadden waren hommels. Bij gebrek aan wespen hier in NZ hebben ze de hommels maar wat groter gemaakt. Naar schatting halen die de kilo wel. Niet normaal. Ze zijn niet een klein beetje irritant, maar klinken wel lekker als je er bijvoorbeeld met een koekenpan mee gaat tenissen nadat ze je hebben aangevallen. Wie kaatst kan de pan verwachten.

Tegen de avond reden we Kaikura binnen waar we de eerste de beste camping hebben opgezocht. Deze lag echt direct aan het strand waar we meteen konden genieten van de aanwezigheid van dolfijnen voor de kust. Een mooi welkom dus.  

4 Reacties

  1. Monique de Brouwer:
    16 maart 2016
    ha lieve reizigers!
    allereerst: Roel, van harte gefeliciteerd met je verjaardag!
    Ik geniet heel erg van jullie vermakelijke verslagen! en erg kleurrijk verhaal waar je je echt heel wat kunt voorstellen, hilarisch stukje weer over de Hanmer Springs hommels, lig regelmatig in een deuk! Wens jullie nog een resterende super tijd toe!
    heel veel groetjes vanuit het platte Nederland

    Monique de Brouwer
  2. Willy Emonts:
    17 maart 2016
    Hoi Lindy en Roel,
    Wat geniet ik toch van al jullie geweldige verhalen. Genieten jullie dan ook maar van deze super-reis. Tot weer in ons koude kikkerlandje.
    Willy Emonts
  3. Margriet:
    17 maart 2016
    Hoi genieters,
    Wat zal die hommel hoofdpijn gehad hebben. Durf je wel tegen die kleintjes.
    Het is inderdaad heel leuk om jullie verslagen te lezen en dat jullie zo lekker genieten ervan. Dat pakt niemand jullie meer af. Geniet er nog maar goed van.
    Groetjes vanoet de Ruiver.
  4. Henk:
    18 maart 2016
    Ha Roel en Lindy,
    Wat un fantastiese verhaole, heerlik om te laeze. nag väöl plezeer,
    de groete van Oppe Ruiver